top of page
Belang van voorlezen
logo geen achtergrond.jpg

Het belang van voorlezen

Veel kinderen van laagopgeleide ouders en/of met een andere thuistaal dan Nederlands beginnen hun schoolloopbaan met een taalachterstand. Dat vergroot de kans dat hun schoolprestaties in de daarop volgende jaren achterblijven. Voor- en vroegschoolse educatie (vve) biedt programma’s die er op gericht zijn de taalachterstanden van deze groep leerlingen te verkleinen. Een belangrijk onderdeel van vve-programma’s is voorlezen, niet alleen in kinderopvangcentra en op school, maar ook thuis.

Artikelen
logo geen achtergrond.jpg

Artikelen over (voor)lezen

Lezen stimuleren via vrij lezen, boek gesprekken en app berichten, uitgave van Stichting Lezen.

Zes voordrachten over geletterdheid, w.o. ‘de weg naar een literaire canon begint bij prentenboeken’.

Promotieonderzoek van Coosje van der Pol naar de werking van prentenboeken bij de ontwikkeling van literaire competentie.

De doorgaande leeslijn in wetenschappelijk perspectief.

De kracht van digitale boeken
logo geen achtergrond.jpg

De kracht van digitale boeken

Naast tijdgebrek noemen Justice en collega’s (2015) enkele andere redenen voor ouders om niet of weinig voor te lezen. Deze redenen zijn meer typerend voor laaggeletterde dan doorsneegezinnen: 

(1) doordat ouders zelf leesproblemen hebben, ervaren ze voorlezen als belastend en dit weerhoudt hen ervan de  gevraagde tijd aan voorlezen te besteden;

(2) ouders beleven weinig plezier aan voorlezen aan een heel jong kind – ze voelen zich er zelfs ongemakkelijk bij en weten niet goed invulling te geven aan hun rol als begeleider;

(3) ouders zien niet in waarom boeken beter zijn dan de vele concurrerende materialen waartoe jonge kinderen zich sterk aangetrokken voelen - denk bijvoorbeeld aan Youtube-filmpjes. 

De bijdrage van gedragswetenschap
logo grijze achtergrond.jpg

De bijdrage van gedragswetenschap

In de opzet van de voorleestrainingen zijn inzichten vanuit de gedragswetenschap gebruikt. Menselijk gedrag is niet altijd ‘rationeel’, de meeste van onze beslissingen maken we op de automatische piloot in plaats van de voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen. Daarom maakt de gedragswetenschap kleine aanpassingen in de omgeving, die ons sturen richting het gewenste gedrag. 

Het eerste punt is misschien een open deur: het gewenste gedrag moet makkelijk zijn. Mensen hebben maar een beperkte voorraad aandacht te besteden op een dag. Daarom hebben we geprobeerd de trainingen en het programma zo makkelijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld door het volgende boekje automatisch te starten wanneer een boekje uit is. 

In plaats van ouders te vertellen hoe vaak ze moeten lezen, laten we hen zelf doelen stellen. Ook vragen we van de ouders om te formuleren waar en wanneer ze precies gaan lezen, bijvoorbeeld “Aan de keukentafel na het eten, terwijl een ouder de afwas doet.”, dit heet een implementatie-intentie. Onderzoek wijst uit dat het formuleren van doelen op deze manier vaker leidt tot het gewenste gedrag. 

Deze doelen spreken de ouders naar elkaar uit, hierdoor creëren we commitment. Bovendien zorgt de deelname aan een training met andere ouders voor een sociale norm. Als andere ouders in de groep gemotiveerd aan de slag gaan, fungeert dat als een voorbeeld.

We herinneren ouders aan hun doelen door wekelijks een sms te sturen. In deze sms’jes kan persoonlijke feedback gegeven worden over het leesgedrag. In de berichten moedigen we ouders aan om het goede gedrag voort te zetten.

 

Als laatste krijgen ouders van ons een leuke kinder-koptelefoon cadeau. Hiermee creëren we een gevoel van reciprociteit. Dit effect wordt vaker gebruikt in de praktijk, bijvoorbeeld door restaurants wanneer ze een pepermuntje aanbieden op het moment dat de fooi bepaald moet worden, en is over het algemeen zeer effectief. We hopen dat ouders mede door dit presentje de training helemaal afmaken.

Onderzoek
logo geen achtergrond.jpg

Onderliggend onderzoek

Pageturner is ontwikkeld op basis van wetenschappelijk onderzoek. De interventie zelf is ook onderwerp van onderzoek. We zijn nieuwsgierig naar de effecten van ons programma en we gebruiken de uitkomsten voor verdere verbetering. Het meest recente onderzoek is verricht door em. Prof. A.G. Bus, in opdracht van NRO (een uitgave van het Kohnstamm Instituut). 

Zelf deden we een aantal literatuurstudies naar educatieve ouderprogramma’s voor lage SES ouders. Onder andere een landelijk verspreide bevindingennotitie uit 2019. Binnenkort verspreiden we een nieuwe notitie, met daarin interviews met een aantal hoogleraren en een studie naar voorlezen aan heel jonge kinderen (0-2,5 jaar)

logo geen achtergrond.jpg

Literatuurstudies en wetenschappelijke artikelen

Adriana G. Rus | Marinus H. van Ijzendoorn | Anthony D. Pellegrini

Adriana G. Bus | Susan B. Neuman | Kathleen Roskos

Zsofia K. Takacs | Elise K. Swart | Adriana G. Bus

A randomized controlled trial to test efficacy of digital enhancements of storybooks...
 

Burcu Sarı | Handan Asûde Baszal | Zsofia K. Takacs | Adriana G. Bus.

Andere ouderprogramma's rond digitale boeken
logo grijze achtergrond.jpg

Andere ouderprogramma's rond digitale boeken

Online ondersteuninge van de taalomgeving thuis met behulp van digitale prentenboeken voor kinderen in achterstandssituaties 

Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met Stichting VoorleesExpress en Het Woeste Woud

Vanwege de beperkingen die de corona-crisis met zich meebrengt, gaan we in dit project na of online ondersteuning met behulp van digitale prentenboeken een gunstig alternatief is voor reguliere huisbezoeken in de VoorleesExpress. Vrijwilligers van de VoorleesExpress hebben vier weken lang wekelijks online contact met de gezinnen die zij begeleiden. Tijdens deze ‘online huisbezoeken’ kijken vrijwilligers samen met kind en ouder naar een digitaal prentenboek en initiëren vrijwilligers een gesprekje over het prentenboek. Ouders worden aangemoedigd om daarna ook zelf met hun kind naar de digitale prentenboeken te kijken. We onderzoeken of deze aanpak werkbaar is. Daarvoor kijken we naar de kwaliteit van de ondersteuning tijdens de online huisbezoeken, naar de ervaringen van vrijwilligers en ouders en naar het gebruik van de digitale prentenboeken door het gezin.

Laagopgeleide ouders betrekken bij de geletterde ontwikkeling van hun jonge kind: Het belang van maatwerk

Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met o.a. Hogeschool Rotterdam, Stichting VoorleesExpress en Het Woeste Woud

In dit project gaan we na hoe we meer maatwerk kunnen leveren aan gezinnen die meedoen aan ouder-kindprogramma’s. We onderzoeken onder meer of de inzet van digitale middelen het laaggeletterde ouders gemakkelijker maakt om gezamenlijke activiteiten met hun kind uit te voeren. Zo gaan we na of digitale prentenboeken een goed alternatief vormen voor voorlezen van papier en we onderzoeken of we met het inbouwen van interactiesuggesties in zulke boeken stimulerende gesprekjes tussen ouder en kind kunnen uitlokken. Vervolgens gaan we na of deze aanpak de taalontwikkeling (woordenschat, verhaalbegrip) van kinderen ondersteunt. Ook experimenteren we met zogenaamde digitale praatplaten en met digitale materialen in de thuistaal van deelnemende gezinnen.

Meertalige digitale prentenboeken in het gezin

Sardes in samenwerking met Het Woeste Woud, Beagle Research, basisschool De Panda en de Mattheusschool.

 

Tijdens dit project wordt er onderzocht wat er gebeurt wanneer meertalige gezinnen toegang krijgen tot meertalige digitale prentenboeken. Om de effecten van deze prentenboeken te onderzoeken zijn tien digitale Nederlandse prentenboeken ingesproken in het Turks, Standaard Arabisch en Berber. Op twee Utrechtse basisscholen krijgen ouders zes weken lang toegang tot deze prentenboeken. Met behulp van interviews worden de ervaringen van ouders en kinderen met de prentenboeken in kaart gebracht. Daarnaast wordt er informatie verzameld over hoe vaak en hoe lang ouders de digitale prentenboeken met hun kinderen bekijken. Tot slot wordt er een korte woordenschattoets afgenomen bij de kinderen om te zien of de prentenboeken invloed hebben gehad op hun Nederlandse taalvaardigheid.

bottom of page